Kanaal van Beverlo
Zoals al eerder opgemerkt bij "Historiek fabriek Balen" leek de plaats voor de vestiging van de fabriek gunstig, vanwege de ligging nabij het Kanaal naar Beverlo.
Het kanaal van de Blauwe Kei naar Bocholt werd in 1844 voor scheepvaart geopend. Van 1854 tot 1857 werd gegraven aan de doodlopende tak van de Blauwe Kei naar Leopoldsburg. Hoofdzakelijk ter bevoorrading van het militaire garnizoen in Leopoldsburg.

Een juiste keus, want veel van alle aan- en afvoer van grondstoffen en eindproducten gebeurde per schip. Om dit transport zeker te stellen werd besloten een eigen binnenvaartvloot op te richten.

Het laden en lossen van schepen bracht zekere risico's met zich mee.
Zie volgend krantenknipsel uit 1898:

Het kanaal van de Blauwe Kei naar Bocholt werd in 1844 voor scheepvaart geopend. Van 1854 tot 1857 werd gegraven aan de doodlopende tak van de Blauwe Kei naar Leopoldsburg. Hoofdzakelijk ter bevoorrading van het militaire garnizoen in Leopoldsburg.

Een juiste keus, want veel van alle aan- en afvoer van grondstoffen en eindproducten gebeurde per schip. Om dit transport zeker te stellen werd besloten een eigen binnenvaartvloot op te richten.

Het laden en lossen van schepen bracht zekere risico's met zich mee.
Zie volgend krantenknipsel uit 1898:

Een eigen vloot binnenvaartschepen
16 januari 1918
Deze dag werden 17 sleepschepen en 2 sleepboten overgenomen van M. Fossoul (Le grand contract Fossoul). Hij zou de schepen voor VM uitbaten tot 1923.
In deze periode werden nog 2 sleepschepen en 1 sleepboot gekocht.
1924
VM richtte in Luik een "Service fluvial" op, voor de uitbating van een eigen vloot.
1926/28
Er werden 3 ijzeren spitsen gebouwd en de 3 sleepboten (Ceres, Limburgia en Sophie) werden verkocht.

Zij- en bovenaanzicht van een Spits
Gebouwd voor passage van sluiskolken, met de volgende afmetingen:
lengte 40 meter;
breedte 5, 2 meter;
diepgang 2,2 meter.
1930
VM richtte in Balen ook een "Service Acide" op voor het vervoer van zwavelzuur. Eerst met omgebouwde vrachtschepen en later met nieuw gebouwde tankspitsen.
1935
Dit jaar werd de toegestane diepgang in de meest gebruikte waterwegen van 1m90 op 2m20 gebracht. Een reden om de 4 oudste (nu te kleine) vrachtschepen (Mathilde, Louise, Providence,Mascotte) te verkopen.
1938
Met de opbrengst van de 4 oudste werd een ijzeren motorspits gebouwd bij scheepswerf Monsin.

Roi Albert van schipper Frans van den Broek aan de Cubilots (1938)
Deze dag werden 17 sleepschepen en 2 sleepboten overgenomen van M. Fossoul (Le grand contract Fossoul). Hij zou de schepen voor VM uitbaten tot 1923.
In deze periode werden nog 2 sleepschepen en 1 sleepboot gekocht.
1924
VM richtte in Luik een "Service fluvial" op, voor de uitbating van een eigen vloot.
1926/28
Er werden 3 ijzeren spitsen gebouwd en de 3 sleepboten (Ceres, Limburgia en Sophie) werden verkocht.

Zij- en bovenaanzicht van een Spits
Gebouwd voor passage van sluiskolken, met de volgende afmetingen:
lengte 40 meter;
breedte 5, 2 meter;
diepgang 2,2 meter.
1930
VM richtte in Balen ook een "Service Acide" op voor het vervoer van zwavelzuur. Eerst met omgebouwde vrachtschepen en later met nieuw gebouwde tankspitsen.
1935
Dit jaar werd de toegestane diepgang in de meest gebruikte waterwegen van 1m90 op 2m20 gebracht. Een reden om de 4 oudste (nu te kleine) vrachtschepen (Mathilde, Louise, Providence,Mascotte) te verkopen.
1938
Met de opbrengst van de 4 oudste werd een ijzeren motorspits gebouwd bij scheepswerf Monsin.

Roi Albert van schipper Frans van den Broek aan de Cubilots (1938)
WO II 1940/45

Het oorlogsgeweld ging niet ongemerkt aan de vloot voorbij. Verschillende schepen werden opgeëist en andere ernstig beschadigd of zelfs tot zinken gebracht. Gelukkig werden alle schepen achteraf gerecupereerd.
Periode van opbouw
1945/57
Na de oorlog ging het goed met de binnenvaart. Het tourbeurtsysteem bleef gelden en de eigen vloot bleef winstgevend. Besloten werd de vloot te moderniseren.

1957/67
De vrachtvloot verhuisde van de thuishaven Luik naar Antwerpen. Alle schepen werden voorzien van een Caterpillar dieselmotor.

Jaren 70
Na de "golden sixties" kwam de kentering, die VM dwong tot de verkoop van de spitsen Susanne, Eliane en Marie-Louise. Ook de kempenaar Legia werd verkocht.

Model van een Kempenaar
De afmetingen van een kempenaar waren als volgt:
lengte 50 meter;
breedte 6,6 meter;
diepte 2,50 meter.
De spitsen Elisabeth, Aline, Eva en Marie-Antoinette werden gesloopt.
Jaren 80
In de tweede helft van dit decennia werden de vrachtschepen gemoderniseerd, door de toepassing van een hogere dennenboom, verhoogde gangboorden(kalverdekken) en aluminium luiken.
Jaren 90
Begin jaren 90 bestond de vloot uit 9 vrachtschepen en 6 tankschepen. Het ms Nord werd van vracht- naar tankschip omgebouwd bij de scheepswerf Meuse & Sambre te Beez.
Na de oorlog ging het goed met de binnenvaart. Het tourbeurtsysteem bleef gelden en de eigen vloot bleef winstgevend. Besloten werd de vloot te moderniseren.

1957/67
De vrachtvloot verhuisde van de thuishaven Luik naar Antwerpen. Alle schepen werden voorzien van een Caterpillar dieselmotor.

Jaren 70
Na de "golden sixties" kwam de kentering, die VM dwong tot de verkoop van de spitsen Susanne, Eliane en Marie-Louise. Ook de kempenaar Legia werd verkocht.

Model van een Kempenaar
De afmetingen van een kempenaar waren als volgt:
lengte 50 meter;
breedte 6,6 meter;
diepte 2,50 meter.
De spitsen Elisabeth, Aline, Eva en Marie-Antoinette werden gesloopt.
Jaren 80
In de tweede helft van dit decennia werden de vrachtschepen gemoderniseerd, door de toepassing van een hogere dennenboom, verhoogde gangboorden(kalverdekken) en aluminium luiken.
Jaren 90
Begin jaren 90 bestond de vloot uit 9 vrachtschepen en 6 tankschepen. Het ms Nord werd van vracht- naar tankschip omgebouwd bij de scheepswerf Meuse & Sambre te Beez.
Einde van de eigen vloot
1996
Het verdwijnen van het tourbeurtsysteem en het toegenomen transport over de weg en het spoor, maakten de vooruitzichten niet best. De negen kempenaars; La Bruyère, Favorite, La Meuse, Sud, Quest, Roi Albert, Dorplein, Baron Broqueville en La Campine werden onder de sloopregeling vernietigd.
Het personeel vertrok en maakte gebruik van het Industrieel Plan.
Van de zes zwavelzuurschepen verdwenen de spitsen; Vieille Montagne III, V en VI en Contesse Godelieve.

Vieille Montagne V
2004
De laatste twee binnenvaartschepen (Jean & Nord) werden verkocht aan CBO Tankvaart.
2011
Van de 2 kempenaar-tankers werd de Jean dit jaar gesloopt.


Alleen de Nord vaart tot op heden nog.
Het verdwijnen van het tourbeurtsysteem en het toegenomen transport over de weg en het spoor, maakten de vooruitzichten niet best. De negen kempenaars; La Bruyère, Favorite, La Meuse, Sud, Quest, Roi Albert, Dorplein, Baron Broqueville en La Campine werden onder de sloopregeling vernietigd.
Het personeel vertrok en maakte gebruik van het Industrieel Plan.
Van de zes zwavelzuurschepen verdwenen de spitsen; Vieille Montagne III, V en VI en Contesse Godelieve.

Vieille Montagne V
2004
De laatste twee binnenvaartschepen (Jean & Nord) werden verkocht aan CBO Tankvaart.
2011
Van de 2 kempenaar-tankers werd de Jean dit jaar gesloopt.


Alleen de Nord vaart tot op heden nog.